De of het huurgenot? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord huurgenot? Is het de huurgenot of het huurgenot? Het juiste lidwoord dat je voor het woord huurgenot moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord huurgenot
Dit of deze huurgenot:
dit huurgenot
Dat of die huurgenot:
dat huurgenot
Bezittelijk voornaamwoord huurgenot
Onze of ons huurgenot:
ons huurgenot
Jouw of jou:
jouw huurgenot
Elke of elk huurgenot?Elk huurgenot
Gerelateerd aan huurgenot