De of het huistelefoon? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord huistelefoon? Is het de huistelefoon of het huistelefoon? Het juiste lidwoord dat je voor het woord huistelefoon moet gebruiken is:
De huistelefoon
Aanwijzend voornaamwoord huistelefoon
Dit of deze huistelefoon: deze huistelefoon
Dat of die huistelefoon: die huistelefoon

Bezittelijk voornaamwoord huistelefoon
Onze of ons huistelefoon: onze huistelefoon
Jouw of jou: jouw huistelefoon

Elke of elk huistelefoon?
Elke huistelefoon
Gerelateerd aan huistelefoon