De of het huisspook? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord huisspook? Is het de huisspook of het huisspook? Het juiste lidwoord dat je voor het woord huisspook moet gebruiken is:
Het huisspook
Aanwijzend voornaamwoord huisspook
Dit of deze huisspook: dit huisspook
Dat of die huisspook: dat huisspook

Bezittelijk voornaamwoord huisspook
Onze of ons huisspook: ons huisspook
Jouw of jou: jouw huisspook

Elke of elk huisspook?
Elk huisspook
Gerelateerd aan huisspook