De of het huisonderwijzer? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord huisonderwijzer? Is het de huisonderwijzer of het huisonderwijzer? Het juiste lidwoord dat je voor het woord huisonderwijzer moet gebruiken is:
De huisonderwijzer
Aanwijzend voornaamwoord huisonderwijzer
Dit of deze huisonderwijzer: deze huisonderwijzer
Dat of die huisonderwijzer: die huisonderwijzer

Bezittelijk voornaamwoord huisonderwijzer
Onze of ons huisonderwijzer: onze huisonderwijzer
Jouw of jou: jouw huisonderwijzer

Elke of elk huisonderwijzer?
Elke huisonderwijzer
Gerelateerd aan huisonderwijzer