De of het huisonderwijs? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord huisonderwijs? Is het de huisonderwijs of het huisonderwijs? Het juiste lidwoord dat je voor het woord huisonderwijs moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord huisonderwijs
Dit of deze huisonderwijs:
dit huisonderwijs
Dat of die huisonderwijs:
dat huisonderwijs
Bezittelijk voornaamwoord huisonderwijs
Onze of ons huisonderwijs:
ons huisonderwijs
Jouw of jou:
jouw huisonderwijs
Elke of elk huisonderwijs?Elk huisonderwijs
Gerelateerd aan huisonderwijs