De of het huismuur? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord huismuur? Is het de huismuur of het huismuur? Het juiste lidwoord dat je voor het woord huismuur moet gebruiken is:
De huismuur
Aanwijzend voornaamwoord huismuur
Dit of deze huismuur: deze huismuur
Dat of die huismuur: die huismuur

Bezittelijk voornaamwoord huismuur
Onze of ons huismuur: onze huismuur
Jouw of jou: jouw huismuur

Elke of elk huismuur?
Elke huismuur
Gerelateerd aan huismuur