De of het huiskamerhuwelijk? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord huiskamerhuwelijk? Is het de huiskamerhuwelijk of het huiskamerhuwelijk? Het juiste lidwoord dat je voor het woord huiskamerhuwelijk moet gebruiken is:
Het huiskamerhuwelijk
Aanwijzend voornaamwoord huiskamerhuwelijk
Dit of deze huiskamerhuwelijk: dit huiskamerhuwelijk
Dat of die huiskamerhuwelijk: dat huiskamerhuwelijk

Bezittelijk voornaamwoord huiskamerhuwelijk
Onze of ons huiskamerhuwelijk: ons huiskamerhuwelijk
Jouw of jou: jouw huiskamerhuwelijk

Elke of elk huiskamerhuwelijk?
Elk huiskamerhuwelijk
Gerelateerd aan huiskamerhuwelijk