De of het huishoudkunde? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord huishoudkunde? Is het de huishoudkunde of het huishoudkunde? Het juiste lidwoord dat je voor het woord huishoudkunde moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord huishoudkunde
Dit of deze huishoudkunde:
deze huishoudkunde
Dat of die huishoudkunde:
die huishoudkunde
Bezittelijk voornaamwoord huishoudkunde
Onze of ons huishoudkunde:
onze huishoudkunde
Jouw of jou:
jouw huishoudkunde
Elke of elk huishoudkunde?Elke huishoudkunde
Gerelateerd aan huishoudkunde