De of het huishoudkoelkast? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord huishoudkoelkast? Is het de huishoudkoelkast of het huishoudkoelkast? Het juiste lidwoord dat je voor het woord huishoudkoelkast moet gebruiken is:
De huishoudkoelkast
Aanwijzend voornaamwoord huishoudkoelkast
Dit of deze huishoudkoelkast: deze huishoudkoelkast
Dat of die huishoudkoelkast: die huishoudkoelkast

Bezittelijk voornaamwoord huishoudkoelkast
Onze of ons huishoudkoelkast: onze huishoudkoelkast
Jouw of jou: jouw huishoudkoelkast

Elke of elk huishoudkoelkast?
Elke huishoudkoelkast
Gerelateerd aan huishoudkoelkast