De of het huisbrand? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord huisbrand? Is het de huisbrand of het huisbrand? Het juiste lidwoord dat je voor het woord huisbrand moet gebruiken is:
De huisbrand
Aanwijzend voornaamwoord huisbrand
Dit of deze huisbrand: deze huisbrand
Dat of die huisbrand: die huisbrand

Bezittelijk voornaamwoord huisbrand
Onze of ons huisbrand: onze huisbrand
Jouw of jou: jouw huisbrand

Elke of elk huisbrand?
Elke huisbrand
Gerelateerd aan huisbrand