De of het huisbel? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord huisbel? Is het de huisbel of het huisbel? Het juiste lidwoord dat je voor het woord huisbel moet gebruiken is:
De huisbel
Aanwijzend voornaamwoord huisbel
Dit of deze huisbel: deze huisbel
Dat of die huisbel: die huisbel

Bezittelijk voornaamwoord huisbel
Onze of ons huisbel: onze huisbel
Jouw of jou: jouw huisbel

Elke of elk huisbel?
Elke huisbel
Gerelateerd aan huisbel