De of het huis-tuin-en-keukenmiddeltje? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord huis-tuin-en-keukenmiddeltje? Is het de huis-tuin-en-keukenmiddeltje of het huis-tuin-en-keukenmiddeltje? Het juiste lidwoord dat je voor het woord huis-tuin-en-keukenmiddeltje moet gebruiken is:
Het huis-tuin-en-keukenmiddeltje
Aanwijzend voornaamwoord huis-tuin-en-keukenmiddeltje
Dit of deze huis-tuin-en-keukenmiddeltje:
dit huis-tuin-en-keukenmiddeltje
Dat of die huis-tuin-en-keukenmiddeltje:
dat huis-tuin-en-keukenmiddeltje
Bezittelijk voornaamwoord huis-tuin-en-keukenmiddeltje
Onze of ons huis-tuin-en-keukenmiddeltje:
ons huis-tuin-en-keukenmiddeltje
Jouw of jou: jouw huis-tuin-en-keukenmiddeltje
Elke of elk huis-tuin-en-keukenmiddeltje? Elk huis-tuin-en-keukenmiddeltje