De of het houtcel? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord houtcel? Is het de houtcel of het houtcel? Het juiste lidwoord dat je voor het woord houtcel moet gebruiken is:
De houtcel
Aanwijzend voornaamwoord houtcel
Dit of deze houtcel: deze houtcel
Dat of die houtcel: die houtcel

Bezittelijk voornaamwoord houtcel
Onze of ons houtcel: onze houtcel
Jouw of jou: jouw houtcel

Elke of elk houtcel?
Elke houtcel
Gerelateerd aan houtcel