De of het hoogspringen? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord hoogspringen? Is het de hoogspringen of het hoogspringen? Het juiste lidwoord dat je voor het woord hoogspringen moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord hoogspringen
Dit of deze hoogspringen:
dit hoogspringen
Dat of die hoogspringen:
dat hoogspringen
Bezittelijk voornaamwoord hoogspringen
Onze of ons hoogspringen:
ons hoogspringen
Jouw of jou:
jouw hoogspringen
Elke of elk hoogspringen?Elk hoogspringen
Gerelateerd aan hoogspringen