De of het honds? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord honds? Is het de honds of het honds? Het juiste lidwoord dat je voor het woord honds moet gebruiken is:
Het honds
Aanwijzend voornaamwoord honds
Dit of deze honds: dit honds
Dat of die honds: dat honds

Bezittelijk voornaamwoord honds
Onze of ons honds: ons honds
Jouw of jou: jouw honds

Elke of elk honds?
Elk honds
Gerelateerd aan honds