De of het homopaar? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord homopaar? Is het de homopaar of het homopaar? Het juiste lidwoord dat je voor het woord homopaar moet gebruiken is:
Het homopaar
Aanwijzend voornaamwoord homopaar
Dit of deze homopaar: dit homopaar
Dat of die homopaar: dat homopaar

Bezittelijk voornaamwoord homopaar
Onze of ons homopaar: ons homopaar
Jouw of jou: jouw homopaar

Elke of elk homopaar?
Elk homopaar
Gerelateerd aan homopaar