De of het heruitzending? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord heruitzending? Is het de heruitzending of het heruitzending? Het juiste lidwoord dat je voor het woord heruitzending moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord heruitzending
Dit of deze heruitzending:
deze heruitzending
Dat of die heruitzending:
die heruitzending
Bezittelijk voornaamwoord heruitzending
Onze of ons heruitzending:
onze heruitzending
Jouw of jou:
jouw heruitzending
Elke of elk heruitzending?Elke heruitzending
Gerelateerd aan heruitzending