De of het hertoetsing? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord hertoetsing? Is het de hertoetsing of het hertoetsing? Het juiste lidwoord dat je voor het woord hertoetsing moet gebruiken is:
De hertoetsing
Aanwijzend voornaamwoord hertoetsing
Dit of deze hertoetsing: deze hertoetsing
Dat of die hertoetsing: die hertoetsing

Bezittelijk voornaamwoord hertoetsing
Onze of ons hertoetsing: onze hertoetsing
Jouw of jou: jouw hertoetsing

Elke of elk hertoetsing?
Elke hertoetsing
Gerelateerd aan hertoetsing