De of het herfstdag? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord herfstdag? Is het de herfstdag of het herfstdag? Het juiste lidwoord dat je voor het woord herfstdag moet gebruiken is:
De herfstdag
Aanwijzend voornaamwoord herfstdag
Dit of deze herfstdag: deze herfstdag
Dat of die herfstdag: die herfstdag

Bezittelijk voornaamwoord herfstdag
Onze of ons herfstdag: onze herfstdag
Jouw of jou: jouw herfstdag

Elke of elk herfstdag?
Elke herfstdag
Gerelateerd aan herfstdag