De of het hazenhart? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord hazenhart? Is het de hazenhart of het hazenhart? Het juiste lidwoord dat je voor het woord hazenhart moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord hazenhart
Dit of deze hazenhart:
dit hazenhart
Dat of die hazenhart:
dat hazenhart
Bezittelijk voornaamwoord hazenhart
Onze of ons hazenhart:
ons hazenhart
Jouw of jou:
jouw hazenhart
Elke of elk hazenhart?Elk hazenhart
Gerelateerd aan hazenhart