Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord hardsoldeer? Is het de hardsoldeer of het hardsoldeer? Of zijn ze allebei goed? De correcte lidwoorden die je voor het woord hardsoldeer kunt gebruiken zijn:
De hardsoldeerHet hardsoldeer
Aanwijzend voornaamwoord hardsoldeer
Dit of deze hardsoldeer:
dit hardsoldeer / deze hardsoldeer
Dat of die hardsoldeer:
dat hardsoldeer / die hardsoldeer
Bezittelijk voornaamwoord hardsoldeer
Onze of ons hardsoldeer:
onze hardsoldeer / ons hardsoldeer
Jouw of jou: jouw hardsoldeer
Elke of elk hardsoldeer? Elke hardsoldeer / elk hardsoldeer