De of het handelspartner? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord handelspartner? Is het de handelspartner of het handelspartner? Het juiste lidwoord dat je voor het woord handelspartner moet gebruiken is:
De handelspartner
Aanwijzend voornaamwoord handelspartner
Dit of deze handelspartner: deze handelspartner
Dat of die handelspartner: die handelspartner

Bezittelijk voornaamwoord handelspartner
Onze of ons handelspartner: onze handelspartner
Jouw of jou: jouw handelspartner

Elke of elk handelspartner?
Elke handelspartner
Gerelateerd aan handelspartner