De of het hamer? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord hamer? Is het de hamer of het hamer? Het juiste lidwoord dat je voor het woord hamer moet gebruiken is:
De hamer
Aanwijzend voornaamwoord hamer
Dit of deze hamer: deze hamer
Dat of die hamer: die hamer

Bezittelijk voornaamwoord hamer
Onze of ons hamer: onze hamer
Jouw of jou: jouw hamer

Elke of elk hamer?
Elke hamer
Gerelateerd aan hamer