De of het haagpreek? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord haagpreek? Is het de haagpreek of het haagpreek? Het juiste lidwoord dat je voor het woord haagpreek moet gebruiken is:
De haagpreek
Aanwijzend voornaamwoord haagpreek
Dit of deze haagpreek: deze haagpreek
Dat of die haagpreek: die haagpreek

Bezittelijk voornaamwoord haagpreek
Onze of ons haagpreek: onze haagpreek
Jouw of jou: jouw haagpreek

Elke of elk haagpreek?
Elke haagpreek
Gerelateerd aan haagpreek