De of het groeitijd? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord groeitijd? Is het de groeitijd of het groeitijd? Het juiste lidwoord dat je voor het woord groeitijd moet gebruiken is:
De groeitijd
Aanwijzend voornaamwoord groeitijd
Dit of deze groeitijd: deze groeitijd
Dat of die groeitijd: die groeitijd

Bezittelijk voornaamwoord groeitijd
Onze of ons groeitijd: onze groeitijd
Jouw of jou: jouw groeitijd

Elke of elk groeitijd?
Elke groeitijd
Gerelateerd aan groeitijd