De of het grensstreek? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord grensstreek? Is het de grensstreek of het grensstreek? Het juiste lidwoord dat je voor het woord grensstreek moet gebruiken is:
De grensstreek
Aanwijzend voornaamwoord grensstreek
Dit of deze grensstreek: deze grensstreek
Dat of die grensstreek: die grensstreek

Bezittelijk voornaamwoord grensstreek
Onze of ons grensstreek: onze grensstreek
Jouw of jou: jouw grensstreek

Elke of elk grensstreek?
Elke grensstreek
Gerelateerd aan grensstreek