De of het grensrechter? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord grensrechter? Is het de grensrechter of het grensrechter? Het juiste lidwoord dat je voor het woord grensrechter moet gebruiken is:
De grensrechter
Aanwijzend voornaamwoord grensrechter
Dit of deze grensrechter: deze grensrechter
Dat of die grensrechter: die grensrechter

Bezittelijk voornaamwoord grensrechter
Onze of ons grensrechter: onze grensrechter
Jouw of jou: jouw grensrechter

Elke of elk grensrechter?
Elke grensrechter
Gerelateerd aan grensrechter