De of het gravelseizoen? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord gravelseizoen? Is het de gravelseizoen of het gravelseizoen? Het juiste lidwoord dat je voor het woord gravelseizoen moet gebruiken is:
Het gravelseizoen
Aanwijzend voornaamwoord gravelseizoen
Dit of deze gravelseizoen: dit gravelseizoen
Dat of die gravelseizoen: dat gravelseizoen

Bezittelijk voornaamwoord gravelseizoen
Onze of ons gravelseizoen: ons gravelseizoen
Jouw of jou: jouw gravelseizoen

Elke of elk gravelseizoen?
Elk gravelseizoen
Gerelateerd aan gravelseizoen