De of het grammaticaoefening? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord grammaticaoefening? Is het de grammaticaoefening of het grammaticaoefening? Het juiste lidwoord dat je voor het woord grammaticaoefening moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord grammaticaoefening
Dit of deze grammaticaoefening:
deze grammaticaoefening
Dat of die grammaticaoefening:
die grammaticaoefening
Bezittelijk voornaamwoord grammaticaoefening
Onze of ons grammaticaoefening:
onze grammaticaoefening
Jouw of jou:
jouw grammaticaoefening
Elke of elk grammaticaoefening?Elke grammaticaoefening
Gerelateerd aan grammaticaoefening