De of het goudgeel? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord goudgeel? Is het de goudgeel of het goudgeel? Het juiste lidwoord dat je voor het woord goudgeel moet gebruiken is:
Het goudgeel
Aanwijzend voornaamwoord goudgeel
Dit of deze goudgeel: dit goudgeel
Dat of die goudgeel: dat goudgeel

Bezittelijk voornaamwoord goudgeel
Onze of ons goudgeel: ons goudgeel
Jouw of jou: jouw goudgeel

Elke of elk goudgeel?
Elk goudgeel
Gerelateerd aan goudgeel