De of het golfvakantie? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord golfvakantie? Is het de golfvakantie of het golfvakantie? Het juiste lidwoord dat je voor het woord golfvakantie moet gebruiken is:
De golfvakantie
Aanwijzend voornaamwoord golfvakantie
Dit of deze golfvakantie: deze golfvakantie
Dat of die golfvakantie: die golfvakantie

Bezittelijk voornaamwoord golfvakantie
Onze of ons golfvakantie: onze golfvakantie
Jouw of jou: jouw golfvakantie

Elke of elk golfvakantie?
Elke golfvakantie
Gerelateerd aan golfvakantie