De of het godswoord? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord godswoord? Is het de godswoord of het godswoord? Het juiste lidwoord dat je voor het woord godswoord moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord godswoord
Dit of deze godswoord:
dit godswoord
Dat of die godswoord:
dat godswoord
Bezittelijk voornaamwoord godswoord
Onze of ons godswoord:
ons godswoord
Jouw of jou:
jouw godswoord
Elke of elk godswoord?Elk godswoord
Gerelateerd aan godswoord