De of het godslasteringsverbod? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord godslasteringsverbod? Is het de godslasteringsverbod of het godslasteringsverbod? Het juiste lidwoord dat je voor het woord godslasteringsverbod moet gebruiken is:
Het godslasteringsverbod
Aanwijzend voornaamwoord godslasteringsverbod
Dit of deze godslasteringsverbod: dit godslasteringsverbod
Dat of die godslasteringsverbod: dat godslasteringsverbod

Bezittelijk voornaamwoord godslasteringsverbod
Onze of ons godslasteringsverbod: ons godslasteringsverbod
Jouw of jou: jouw godslasteringsverbod

Elke of elk godslasteringsverbod?
Elk godslasteringsverbod
Gerelateerd aan godslasteringsverbod