De of het godshuis? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord godshuis? Is het de godshuis of het godshuis? Het juiste lidwoord dat je voor het woord godshuis moet gebruiken is:
Het godshuis
Aanwijzend voornaamwoord godshuis
Dit of deze godshuis: dit godshuis
Dat of die godshuis: dat godshuis

Bezittelijk voornaamwoord godshuis
Onze of ons godshuis: ons godshuis
Jouw of jou: jouw godshuis

Elke of elk godshuis?
Elk godshuis
Gerelateerd aan godshuis