De of het godsdienstonderwijzer? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord godsdienstonderwijzer? Is het de godsdienstonderwijzer of het godsdienstonderwijzer? Het juiste lidwoord dat je voor het woord godsdienstonderwijzer moet gebruiken is:
De godsdienstonderwijzer
Aanwijzend voornaamwoord godsdienstonderwijzer
Dit of deze godsdienstonderwijzer: deze godsdienstonderwijzer
Dat of die godsdienstonderwijzer: die godsdienstonderwijzer

Bezittelijk voornaamwoord godsdienstonderwijzer
Onze of ons godsdienstonderwijzer: onze godsdienstonderwijzer
Jouw of jou: jouw godsdienstonderwijzer

Elke of elk godsdienstonderwijzer?
Elke godsdienstonderwijzer
Gerelateerd aan godsdienstonderwijzer