De of het godsdienstonderwijs? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord godsdienstonderwijs? Is het de godsdienstonderwijs of het godsdienstonderwijs? Het juiste lidwoord dat je voor het woord godsdienstonderwijs moet gebruiken is:
Het godsdienstonderwijs
Aanwijzend voornaamwoord godsdienstonderwijs
Dit of deze godsdienstonderwijs: dit godsdienstonderwijs
Dat of die godsdienstonderwijs: dat godsdienstonderwijs

Bezittelijk voornaamwoord godsdienstonderwijs
Onze of ons godsdienstonderwijs: ons godsdienstonderwijs
Jouw of jou: jouw godsdienstonderwijs

Elke of elk godsdienstonderwijs?
Elk godsdienstonderwijs
Gerelateerd aan godsdienstonderwijs