De of het godgeleerdheid? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord godgeleerdheid? Is het de godgeleerdheid of het godgeleerdheid? Het juiste lidwoord dat je voor het woord godgeleerdheid moet gebruiken is:
De godgeleerdheid
Aanwijzend voornaamwoord godgeleerdheid
Dit of deze godgeleerdheid: deze godgeleerdheid
Dat of die godgeleerdheid: die godgeleerdheid

Bezittelijk voornaamwoord godgeleerdheid
Onze of ons godgeleerdheid: onze godgeleerdheid
Jouw of jou: jouw godgeleerdheid

Elke of elk godgeleerdheid?
Elke godgeleerdheid
Gerelateerd aan godgeleerdheid