De of het glycolyse? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord glycolyse? Is het de glycolyse of het glycolyse? Het juiste lidwoord dat je voor het woord glycolyse moet gebruiken is:
De glycolyse
Aanwijzend voornaamwoord glycolyse
Dit of deze glycolyse: deze glycolyse
Dat of die glycolyse: die glycolyse

Bezittelijk voornaamwoord glycolyse
Onze of ons glycolyse: onze glycolyse
Jouw of jou: jouw glycolyse

Elke of elk glycolyse?
Elke glycolyse
Gerelateerd aan glycolyse