De of het glycogeen? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord glycogeen? Is het de glycogeen of het glycogeen? Het juiste lidwoord dat je voor het woord glycogeen moet gebruiken is:
Het glycogeen
Aanwijzend voornaamwoord glycogeen
Dit of deze glycogeen: dit glycogeen
Dat of die glycogeen: dat glycogeen

Bezittelijk voornaamwoord glycogeen
Onze of ons glycogeen: ons glycogeen
Jouw of jou: jouw glycogeen

Elke of elk glycogeen?
Elk glycogeen
Gerelateerd aan glycogeen