De of het gluten? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord gluten? Is het de gluten of het gluten? Het juiste lidwoord dat je voor het woord gluten moet gebruiken is:
Het gluten
Aanwijzend voornaamwoord gluten
Dit of deze gluten: dit gluten
Dat of die gluten: dat gluten

Bezittelijk voornaamwoord gluten
Onze of ons gluten: ons gluten
Jouw of jou: jouw gluten

Elke of elk gluten?
Elk gluten
Gerelateerd aan gluten