De of het glucagon? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord glucagon? Is het de glucagon of het glucagon? Het juiste lidwoord dat je voor het woord glucagon moet gebruiken is:
De glucagon
Aanwijzend voornaamwoord glucagon
Dit of deze glucagon: deze glucagon
Dat of die glucagon: die glucagon

Bezittelijk voornaamwoord glucagon
Onze of ons glucagon: onze glucagon
Jouw of jou: jouw glucagon

Elke of elk glucagon?
Elke glucagon
Gerelateerd aan glucagon