De of het glimmer? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord glimmer? Is het de glimmer of het glimmer? Of zijn ze allebei goed? De correcte lidwoorden die je voor het woord glimmer kunt gebruiken zijn:
De glimmerHet glimmer
Aanwijzend voornaamwoord glimmer
Dit of deze glimmer: dit glimmer / deze glimmer
Dat of die glimmer: dat glimmer / die glimmer

Bezittelijk voornaamwoord glimmer
Onze of ons glimmer: onze glimmer / ons glimmer
Jouw of jou: jouw glimmer

Elke of elk glimmer?
Elke glimmer / elk glimmer
Gerelateerd aan glimmer