De of het glastuinbouwer? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord glastuinbouwer? Is het de glastuinbouwer of het glastuinbouwer? Het juiste lidwoord dat je voor het woord glastuinbouwer moet gebruiken is:
De glastuinbouwer
Aanwijzend voornaamwoord glastuinbouwer
Dit of deze glastuinbouwer: deze glastuinbouwer
Dat of die glastuinbouwer: die glastuinbouwer

Bezittelijk voornaamwoord glastuinbouwer
Onze of ons glastuinbouwer: onze glastuinbouwer
Jouw of jou: jouw glastuinbouwer

Elke of elk glastuinbouwer?
Elke glastuinbouwer
Gerelateerd aan glastuinbouwer