De of het glasbreuk? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord glasbreuk? Is het de glasbreuk of het glasbreuk? Het juiste lidwoord dat je voor het woord glasbreuk moet gebruiken is:
De glasbreuk
Aanwijzend voornaamwoord glasbreuk
Dit of deze glasbreuk: deze glasbreuk
Dat of die glasbreuk: die glasbreuk

Bezittelijk voornaamwoord glasbreuk
Onze of ons glasbreuk: onze glasbreuk
Jouw of jou: jouw glasbreuk

Elke of elk glasbreuk?
Elke glasbreuk
Gerelateerd aan glasbreuk