De of het gistoplossing? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord gistoplossing? Is het de gistoplossing of het gistoplossing? Het juiste lidwoord dat je voor het woord gistoplossing moet gebruiken is:
De gistoplossing
Aanwijzend voornaamwoord gistoplossing
Dit of deze gistoplossing: deze gistoplossing
Dat of die gistoplossing: die gistoplossing

Bezittelijk voornaamwoord gistoplossing
Onze of ons gistoplossing: onze gistoplossing
Jouw of jou: jouw gistoplossing

Elke of elk gistoplossing?
Elke gistoplossing
Gerelateerd aan gistoplossing