De of het gezinsvoogd? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord gezinsvoogd? Is het de gezinsvoogd of het gezinsvoogd? Het juiste lidwoord dat je voor het woord gezinsvoogd moet gebruiken is:
De gezinsvoogd
Aanwijzend voornaamwoord gezinsvoogd
Dit of deze gezinsvoogd: deze gezinsvoogd
Dat of die gezinsvoogd: die gezinsvoogd

Bezittelijk voornaamwoord gezinsvoogd
Onze of ons gezinsvoogd: onze gezinsvoogd
Jouw of jou: jouw gezinsvoogd

Elke of elk gezinsvoogd?
Elke gezinsvoogd
Gerelateerd aan gezinsvoogd