De of het gezichtshoek? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord gezichtshoek? Is het de gezichtshoek of het gezichtshoek? Het juiste lidwoord dat je voor het woord gezichtshoek moet gebruiken is:
De gezichtshoek
Aanwijzend voornaamwoord gezichtshoek
Dit of deze gezichtshoek: deze gezichtshoek
Dat of die gezichtshoek: die gezichtshoek

Bezittelijk voornaamwoord gezichtshoek
Onze of ons gezichtshoek: onze gezichtshoek
Jouw of jou: jouw gezichtshoek

Elke of elk gezichtshoek?
Elke gezichtshoek
Gerelateerd aan gezichtshoek