De of het gezelligheid? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord gezelligheid? Is het de gezelligheid of het gezelligheid? Het juiste lidwoord dat je voor het woord gezelligheid moet gebruiken is:
De gezelligheid
Aanwijzend voornaamwoord gezelligheid
Dit of deze gezelligheid: deze gezelligheid
Dat of die gezelligheid: die gezelligheid

Bezittelijk voornaamwoord gezelligheid
Onze of ons gezelligheid: onze gezelligheid
Jouw of jou: jouw gezelligheid

Elke of elk gezelligheid?
Elke gezelligheid
Gerelateerd aan gezelligheid