De of het geur? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord geur? Is het de geur of het geur? Het juiste lidwoord dat je voor het woord geur moet gebruiken is:
De geur
Aanwijzend voornaamwoord geur
Dit of deze geur: deze geur
Dat of die geur: die geur

Bezittelijk voornaamwoord geur
Onze of ons geur: onze geur
Jouw of jou: jouw geur

Elke of elk geur?
Elke geur
Gerelateerd aan geur