De of het getijde? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord getijde? Is het de getijde of het getijde? Het juiste lidwoord dat je voor het woord getijde moet gebruiken is:
Het getijde
Aanwijzend voornaamwoord getijde
Dit of deze getijde: dit getijde
Dat of die getijde: dat getijde

Bezittelijk voornaamwoord getijde
Onze of ons getijde: ons getijde
Jouw of jou: jouw getijde

Elke of elk getijde?
Elk getijde
Gerelateerd aan getijde